Anoniem.
Een tijdje geleden kwam ik op een forum voor homo’s een aankondiging tegen van een aangrijpend verhaal over een gelovige homo op de site ‘Michael’s verhalen’. Dit trok mijn aandacht, daar ik ook christelijk opgegroeid ben en mij geleerd is dat homo zijn niet mocht.
Nieuwsgierig zocht ik de site op en begon dat verhaal, ‘Aan de andere kant’, te lezen. Al snel kwamen de emoties los en stroomden de tranen over mijn wangen, ik herkende mezelf…
Ik voelde me verdrietig, gefrustreerd, eenzaam en vooral boos. Boos op de kerk die me verboden had mezelf te zijn en boos op mezelf om wat ik mijn vrouw aangedaan had, omdat ik niet voor mezelf gekozen had toen ik jong was en omdat ik me jarenlang had zitten verlekkeren op internet. Ik voelde in mijn hart dat het tijd was om eerlijk te zijn maar ik was bang. Bang om mijn mooie, lieve, enthousiaste, vrolijke vrouw en vriendin voor het leven kwijt te raken.
Mijn jeugd
Ik ben nu rond de 60, al heel lang getrouwd met een lieve vrouw en heb met haar samen 3 kinderen. Terugkijkend was ik me er zo rond mijn 8ste bewust van dat ik jongens leuker en interessanter vond dan meisjes. Toen ik tiener was, besefte ik dat ik homo was en werd ik bang, want homo zijn, dat kon niet. Mijn vader zou me half dood geslagen hebben, want dit soort dingen moesten stevig aangepakt worden. In onze kerk noemden ze homoseksualiteit een ziekte en dat moest genezen worden. Ik had hele lieve ouders hoor, maar ze waren wel geconditioneerd door de kerkelijke dogma’s.
Ik had vriendschap met een jongen in de kerk waar ik vervolgens tot over mijn oren verliefd op werd. Het was wederzijds maar geen van beiden durfden we er iets mee te doen. Wij trokken elke dag met elkaar op, gingen samen de stad in en liepen heel dicht tegen elkaar aan. Niet hand in hand, maar arm tegen arm en dat maakte al dat ik in extase was van verliefdheid. Maar we spraken er niet over want het kon niet, het was onrein en een gruwel in de ogen van God, laat staan dat je ‘schandelijkheden’ met elkaar wilde bedrijven. ’s Avonds in bed, als ik masturbeerde, draaide mijn fantasie overuren. Maar ook daar voelde ik me schuldig over, want van God mag je niet masturberen, mag je je zaad niet verspillen, maak je jezelf daarmee onrein.
Mijn hemel, als ik er nu aan terugdenk, snap ik niet dat ik het heb volgehouden! Het was zo’n mooie en lieve jongen… Als ik hem een dag niet zag, voelde ik me zo eenzaam, dan stond het huilen me nader dan het lachen. Gelukkig waren er niet veel van die dagen.
Op een dag werden wij gebeld door de jeugdpastor van onze kerk met de vraag of wij bij hem langs wilde komen, hij wilde even met ons praten. Hij vroeg ons recht op de man af of we homo waren en of we wel wisten wat de bijbel daarover zei.
Beschaamd ontkenden we het, wat moesten we anders? Als we toe zouden hebben gegeven, zou hij ermee naar onze ouders zijn gegaan en zou onze ‘zonde’ in de kerk aan het licht gebracht moeten worden. Dat zou betekend hebben dat het tegen alle mensen in de kerk verteld zou worden en dat wij onszelf onder goddelijke toorn zouden begeven, dat we een schande voor Hem waren en ook voor de kerk en onze ouders.
Mezelf ontkennen
Vanaf dat moment zagen we elkaar nauwelijks nog en een paar weken later had hij ineens verkering met een meisje uit de kerk. Ik was kapot van liefdesverdriet, mijn hart was verscheurd. Wekenlang lag ik, na schooltijd, huilend op bed. Ik miste hem. Miste zijn arm tegen me aan. Ik wilde hem zien, ik wilde bij hem zijn maar het kon niet.
Onze vriendschap verwaterde en ik realiseerde me dat ik zo niet verder kon. Ik moest mijn gevoel uitschakelen, ook een meisje zoeken en, zoals het hoorde, trouwen en kinderen krijgen. Dan zou alles weer normaal zijn.
Ik begon mezelf te ontkennen. Ik wilde een goed christen zijn, want wie ik was, was niet goed genoeg voor God. Ik moest beter mijn best doen en nog beter mijn best doen want als ik door zou gaan met mijn ‘perverse’ gedrag, zou ik naar de hel gaan. Ik leerde mezelf verloochenen en dat was niet makkelijk want ik moest mijn identiteit opgeven en iets aannemen wat ik niet ben.
Mijn vrouw
Uiteindelijk ontmoette ik een meisje en trouwde met haar. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en ik werd verliefd op een jongen die vaak bij ons thuiskwam. Hij maakte iets in mij los dat ik al jaren verdrongen had. Deze jongen studeerde en woonde op kamers. Elk weekend was hij bij ons, dan haalde ik hem op. We hingen heerlijk tegen elkaar aan op de bank, waren heel close met elkaar.
Mijn vrouw huilde zich elke nacht in slaap omdat ik geen aandacht meer voor haar had. Ze voelde aan dat er wat was maar kon het niet benoemen. Ik hoorde haar huilen en voelde me schuldig. Niet alleen tegenover haar, maar ook tegenover God en tegenover de kerk. Toch kon ik er niets aan doen, ik was tot over m’n oren verliefd.
Mijn vrouw dacht dat het aan haar lag. Ze dacht dat ik haar niet meer aantrekkelijk vond omdat ik nooit het initiatief nam om te vrijen. Ik bedacht smoezen en probeerde haar te overtuigen dat er niks aan de hand was, maar het hielp niet. Ze kreeg alleen maar meer het gevoel dat ik haar niet meer wilde en vroeg me wat ons huwelijk nog voorstelde. Dat hakte erin. Ik realiseerde me dat ik moest kiezen en, opnieuw op grond van de leer van de kerk, kon ik niet anders dan kiezen voor mijn vrouw.
Mijn gebed werd niet verhoord
Dat heb ik toen ook heel radicaal gedaan. Ik stond mijzelf niet meer toe verliefd te worden op jongens/mannen. Ik moest me als hetero gedragen, moest een goed christen zijn. God moest blij zijn met mij. Als Hij uit de hemel op me neer zou kijken, moest Hij tevreden knikken.
Hoewel ik een duidelijke keuze had gemaakt, bleef mijn verlangen naar mannen bestaan. Ik bad avond aan avond tot God dat hij mij zou veranderen, maar dat gebed werd niet verhoord. Ik bevredigde mezelf bij fantasieën over mannen en wanneer mijn vrouw het initiatief nam om te vrijen, had ik seks met haar. Ze had zich er inmiddels maar bij neergelegd dat ons liefdesleven niet veel voorstelde. We zijn beste vrienden, houden van elkaar, doen alles samen, hebben veel lol, maar het knagende gevoel in mijn binnenste bleef.
Toen kwam internet en ontdekte ik al snel allerlei sites die mijn gevoel enigszins bevredigden. Jarenlang heb ik dit volgehouden. Angstvallig zorgde ik er voor dat ik geen sporen achterliet, want mijn kinderen gebruikten mijn laptop ook. Ik klapte hem snel dicht of switchte van beeldscherm als één van hen de kamer binnenkwam en wrong me in allerlei bochten om mezelf toch een beetje te kunnen bevredigen.
Uit de kast gevallen
En zo kabbelde ons leven voort tot ik op Michael’s verhalen het verhaal ‘Aan de andere kant’ begon te lezen. Gedreven door emoties, schreef ik een reactie op de site. Ik vertelde dat ik ook door de de kerk gedwongen was om met een vrouw te trouwen terwijl ik homo was. Voor het eerst in mijn leven schreef ik dat ik homo was. Nog nooit had ik dat hardop durven zeggen en man, wat voelde het goed om het nu op te schrijven. Het was een bevrijding!
Wat ik alleen niet wist, was dat mijn jongste zoon me op die site gezien had en besloot er zelf ook maar eens een kijkje te gaan nemen. Hij las mijn reactie, herkende me aan mijn naam en lichtte zijn broer en diens vrouw in. Met z’n drieën hebben ze de site bekeken en toen, een paar dagen later, confronteerden ze me ineens.
Ik kwam net thuis en zag mijn kinderen in onze straat staan wachten. Paniek sloeg toe, vraag me niet waarom maar ik wist het meteen. Mijn hart ging te keer, ik voelde me bijna onwel worden. Toen ik uitstapte stonden ze bij het portier van de auto en vroegen of ik een stukje met ze wilde gaan wandelen. Ik weigerde, zei dat hun moeder al een hele tijd alleen zat maar ze gaven me geen kans er onderuit te komen en zeiden: “Pa, we weten dat je homo bent, we hebben je reactie gezien op de site van Michael’s verhalen.
Ik sputterde tegen maar brak al snel en gaf toe. Ik heb ze verteld hoe alles gelopen was. Ik drukte ze op het hart dat ik van hun moeder hield en haar geen verdriet wilde doen. Ze omhelsden me en zeiden: “Pa wij houden van je. Voor ons blijf je dezelfde.” Uit angst alles kwijt te raken, bracht ik ze in gewetensnood door ze te laten beloven niks tegen hun moeder te zeggen. Maar het knaagde, want door Michael’s verhaal drong steeds meer door dat ik het toch een keer moest vertellen.
Begrip
Twee dagen later begon mijn vrouw om 12:00 uur ’s nacht te praten over een vrouw die wij kennen en die gescheiden was en nu met een vrouw leefde. Ze zei, ik vind het oké, ik heb daar ook geen oordeel over, maar ik begrijp die gevoelens niet.
Voordat ik het wist zei ik haar: “Ik begrijp het wel.”
Ze keek me verbaasd aan en zei: “Wat zeg je?”
En toen kwam alles eruit.
Inmiddels is er meer dan een half jaar verstreken. Mijn vrouw en ik hebben alle scenario’s doorgesproken. Vooralsnog blijven we bij elkaar, maar mijn vrouw begrijpt dat ik nu toch wel heel graag ook een vriend wil en staat daar voor open. We merken dat we, door eerlijk te zijn en alles bespreekbaar te maken, er samen dwars door heen kunnen gaan.