Hester van Beers.
‘Wat zou Jezus doen?’ Dit is een vraag die veel christenen zich waarschijnlijk regelmatig stellen. Soms is het antwoord hierop duidelijk en concreet. In veel gevallen is het echter moeilijker om de juiste weg te kiezen, in situaties die ingewikkeld lijken en waarin mensen verschillende belangen hebben. Ook de acceptatie van LHBT’ers in de kerk kan zo’n moeilijk thema zijn. In deze blog wil ik een aantal Bijbelteksten aanhalen die spreken over liefde en acceptatie. Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen - had ik de liefde niet, ik zou niets zijn. 1 Korinthiërs 13:2
In deze bekende passage schrijft Paulus op een prachtige manier over de liefde. De liefde is volgens hem een van de weinige dingen die nooit verloren zullen gaan. Al hebben we alles tot in de puntjes voor elkaar: zonder de liefde hebben we niets. En bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt. Kolossenzen 3:14 In deze tekst uit Kolossenzen schrijft Paulus welke deugden belangrijk zijn nu we in Christus één zijn geworden met elkaar. Goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en geduld zijn volgens hem heel belangrijk, maar bovenal moeten we ons richten op de liefde. Onderlinge verdeeldheden moeten worden opgeheven. We moeten ons zelfs ‘kleden in de liefde’: onze kleding trekken we iedere dag aan en we laten ermee zien wie we zijn. Zo zou het ook met de liefde moeten zijn. ‘Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.’ Johannes 13:35 Dit zijn woorden uit de mond van Jezus. In deze passage vertelt Hij aan zijn leerlingen dat Hij niet lang meer bij hen zal zijn. Hij drukt hen op het hart om elkaar lief te hebben, en schetst op deze manier het ideale beeld van een kerk. Wat zien mensen van buitenaf, als ze naar de kerk kijken? Het zou toch prachtig zijn als ze een groep mensen zien die elkaar steunen en accepteren, in plaats van pijn en verdeeldheid? Span u in om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren die de Geest u geeft. Efeziërs 4:3 Paulus windt er geen doekjes om en zegt de christenen in Efeze direct wat de bedoeling is. We zijn ‘één lichaam en één geest’ (v. 4) en we zijn ‘elkaars ledematen’ (v. 25). Zou je eigen hand je andere hand afwijzen? Als we werkelijk samen één lichaam vormen, doen we onszelf pijn zodra we een ander pijn doen. Bovendien behoren we allemaal aan God, dus we doen Hem daarmee ook pijn. Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven. Romeinen 12:18 Vrede is niet zomaar een extraatje dat je erbij krijgt als je Jezus volgt. ‘Stel alles in het werk’: het is essentieel dat we de vrede bewaren! Dit gaat niet alleen over oorlog in verre landen, maar ook over de vrede tussen mensen in onze gemeenschappen. We kunnen geen stevig huis bouwen als de bakstenen met elkaar vechten. De wijsheid van boven daarentegen is vóór alles zuiver, en verder vredelievend, mild en meegaand; ze is rijk aan ontferming en brengt niets dan goede vruchten voort, ze is onpartijdig en oprecht. Jakobus 3:17 In deze mooie passage schrijft Jakobus over het veroordelen van anderen. Hij schrijft dat we niet allemaal ‘leraar moeten willen zijn’ (v. 1) en dat we onze tong in bedwang moeten houden, omdat een slecht woord uit onze mond ons hele lichaam besmet (v. 6). Als je kwaadspreekt over een ander, vergiftig je dus eigenlijk het Lichaam van Christus dat we samen vormen. Bovendien brengt de wijsheid ‘goede vruchten voort’: wanneer we zien dat onze keuzes anderen schade toebrengen, moeten we een andere weg kiezen. Aanvaard elkaar daarom ter ere van God, zoals Christus u heeft aanvaard. Romeinen 15:7 In deze brief schrijft Paulus dat we ons moeten richten op het belang van de ander, en dat de joodse christenen en de heidense christenen eendrachtig lof moeten brengen aan God. Ook in die tijd zal het vast niet gemakkelijk geweest zijn om eenheid te creëren. Eerst leefden de joden en heidenen in hun aparte hokjes. Het was voor een jood zelfs onrein om in de huizen van heidenen te komen en met hen te eten. Toen de heidenen zich gingen bekeren en Jezus wilden volgen, zorgde dat dus voor ingewikkelde situaties. In Handelingen 10 lezen we dat God Petrus vertelt dat wat hij dacht dat onrein was, toch gegeten mag worden. Stel je voor dat God tegen je zegt dat een belangrijke wet die je vanuit je geloof volgde, er niet meer toe doet? Dat alle grenzen tussen mensen doorbroken mogen worden omdat Jezus voor ons allemaal gestorven is? Petrus kan het eerst nauwelijks geloven, maar gaat dan toch naar de Romein Cornelius, zoals hem opgedragen wordt, om hem te dopen. Als de heidenen zich niet hadden mogen laten dopen, waren velen van ons (die geen joden zijn) ook nooit gedoopt. Laten we niet vergeten dat we allemaal als buitenstaanders begonnen zijn, maar dat we in Jezus allemaal één mogen zijn. Elkaar aanvaarden is volgens bovenstaande tekst ter ere van God! Geliefde broeders en zusters, als God ons zo heeft liefgehad, moeten ook wij elkaar liefhebben. 1 Johannes 4:11 Jezus en zijn leerlingen worden het in de Bijbel nooit moe om ons te vertellen dat we elkaar moeten liefhebben. Als God ons immers liefheeft, wie zijn wij dan om elkaar af te wijzen? ‘Wanneer je dus je offergave naar het altaar brengt en je je daar herinnert dat je broeder of zuster je iets verwijt, laat je gave dan bij het altaar achter; ga je eerst met die ander verzoenen en kom daarna je offer brengen.’ Matteüs 5:23-24 Dit is een gedeelte uit Jezus’ Bergrede. Het offeren was voor joden van groot belang: het was de manier waarop je met God in het reine kwam of je dankbaarheid liet blijken. Het is dus geen kleinigheid dat Jezus hier zegt dat je het offeren moet uitstellen als je nog een conflict op te lossen hebt. Hoe kun je immers oog in oog met God staan, als je Zijn andere kinderen kwaad doet en het binnen je macht ligt om het goed te maken? Het feit dat Jezus in deze tekst laat weten dat je gerust je offer even kunt laten liggen om je met een ander te verzoenen, laat zien hoe ontzettend belangrijk God de onderlinge vrede vindt. Want de hele wet is vervuld in één uitspraak: 'Heb uw naaste lief als uzelf.' Galaten 5:14 Ook in deze passage uit Galaten maakt Paulus het glashelder. Hij reageert fel op christenen die menen dat je Gods liefde kunt verdienen door je zo goed mogelijk aan de wet te houden. Gods liefde is helemaal gratis: waarom zou onze liefde voor elkaar dat niet moeten zijn? In praktijk is het helemaal niet simpel om elkaar zo onvoorwaardelijk lief te hebben en alleen uit liefde te handelen. Natuurlijk houd je van mensen die dicht bij je staan, maar Jezus vraagt nog meer: we worden geacht onze vijanden lief te hebben, zonder voetnoot die zegt dat dit niet hoeft als we van mening verschillen. Laten we vandaag extra ons best doen om dit waar te maken, en morgen ook. In Jezus’ naam kunnen we alle verschillen overwinnen!
Hester is schrijver en redacteur bij WijdeKerk.