Hester van Beers.
Als LHBT’er binnen een kerkgemeenschap heb je het niet altijd gemakkelijk. Misschien voel je je veroordeeld of buitengesloten, of ben je niet welkom in de kerk. Dat kan verwarrend zijn: heeft God het nu echt zo bedoeld? Bij WijdeKerk geloven we van niet. Wij staan voor een inclusieve kerk. De volgende voorbeelden uit Jezus’ leven kunnen je hopelijk steun geven en bemoedigen.
Gered van de eenzaamheid
Een van de eerste mensen van wie het leven door Jezus werd veranderd, was een melaatse man. Deze man wierp zich voor Jezus in het stof en smeekte of Hij hem rein kon maken.
“Er kwam iemand naar Hem toe die aan huidvraat leed. Hij wierp zich voor Hem neer en zei: ‘Heer, als U wilt, kunt U mij rein maken.’ Jezus strekte zijn hand uit, raakte hem aan en zei: ‘Ik wil het, word rein.’ En meteen was hij gereinigd van zijn huidvraat.” (Matteüs 8:2-4)
Achter het woord ‘rein’ schuilt een diepe betekenis. Iemand die in die tijd aan melaatsheid (huidvraat) leed, werd door een priester onrein verklaard en moest zich afzijdig houden van de samenleving.
“Wie door huidvraat aangetast is, moet zijn kleren scheuren, zijn haar los laten hangen, baard en snor bedekken en ‘Onrein, onrein!’ roepen. Zo iemand blijft onrein zolang de aandoening duurt. Als onreine moet hij apart wonen en buiten het kamp verblijven.” (Leviticus 13:45-46)
Als je melaats was, leed je dus niet alleen onder de lichamelijke gevolgen van de ziekte, maar ook onder de sociale uitsluiting die erbij kwam kijken. Stel je voor dat je familie, vrienden en kennissen je niet willen of mogen aanraken, omdat zij dan onrein zouden worden. Hoe eenzaam zou dat zijn?
Jezus twijfelt echter geen moment. Wanneer deze man op zijn pad komt, raakt Hij hem aan en de ziekte verdwijnt. De man moet dolgelukkig zijn geweest: eindelijk kon hij, na al zijn eenzaamheid, weer volwaardig lid zijn van de gemeenschap.
Nu heeft je seksuele geaardheid of genderidentiteit natuurlijk niets met melaatsheid of ziekte te maken. Over sociale uitsluiting omwille van Gods wetten kunnen veel LHBT’ers helaas wel meepraten. Jezus nodigt de buitengesloten man uit, raakt hem aan en brengt hem liefdevol terug in de gemeenschap.
Vooroordelen
Ook de bekende parabel over de barmhartige Samaritaan laat Jezus’ inclusieve liefde zien. De Samaritanen waren destijds geen geliefd volk. De Joden vonden de Samaritanen onrein en de twee volkeren stonden vijandig tegenover elkaar. Maar weer draait Jezus het om! Hij vertelt over een man die wordt overvallen en halfdood wordt achtergelaten. Er komen twee religieuze leiders voorbij, die de man laten liggen. Maar dan komt een Samaritaan langs:
“Een Samaritaan echter, die op reis was, kreeg medelijden toen hij hem zag liggen. Hij ging naar de gewonde man toe, goot olie en wijn over zijn wonden en verbond ze. Hij zette hem op zijn eigen rijdier en bracht hem naar een logement, waar hij voor hem zorgde.” (Lucas 10:33-34)
Jezus’ toehoorders waren ongetwijfeld stomverbaasd. Een Samaritaan die barmhartigheid toonde en de man hielp? Die Samaritanen, die deugden toch niet?
Ook wanneer Jezus zelf een Samaritaanse tegenkomt, laat Hij zijn liefde blijken. Wanneer Hij door Samaria trekt, ziet Hij een vrouw die water put. Hij vraagt haar om Hem iets te drinken te geven.
“De vrouw antwoordde: ‘Hoe kunt u, als Jood, mij om drinken vragen? Ik ben immers een Samaritaanse!’ Joden gaan namelijk niet met Samaritanen om. Jezus zei tegen haar: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u Hém erom vragen en dan zou Hij u levend water geven.’” (Johannes 4:9-10)
De vrouw kan niet begrijpen dat Jezus haar aanspreekt, maar Hij breekt door alle sociale muren heen. Zijn liefde is groter en wijder dan wij ons voor kunnen stellen. Het levende water is bedoeld voor iedereen.
De nieuwe Samaritanen
Misschien zijn LHBT’ers en andere buitengesloten groepen wel ‘de nieuwe Samaritanen’. Velen van hen hebben te kampen met uitsluiting en vooroordelen binnen de kerk. De krachtige woorden en daden van Jezus vertellen ons dat Hij het daar niet mee eens is. Zijn liefde is niet alleen voor de mensen die ‘erbij horen’. Juist aan de mensen die worden buitengesloten, reikt Hij de hand. Dat geldt ook voor jou, als jij je niet geaccepteerd voelt, in welke mate dan ook. Er is ook een thuis voor jou.