Gerard Amersfoort.
Zolang wij niet mogen zijn ...
Jullie zeggen dat we te genezen zijn, van wat goed is en goed voelt. Misschien wel niet in de oorspronkelijke bedoeling, maar: "het is niet goed dat de mens alleen is." Van jullie mogen we niet trouwen. Wij zijn soms meer trouw dan jullie. Als jullie er toch oké mee zijn, dan toch geen eigen club. Terwijl we allebei subculturen zijn. Soort zoekt soort. 'Niet van de wereld, maar wel in de wereld'.
Zet ons dan niet uit jullie wereld. Wij vertrekken met de noorderzon naar plekken waar de adressendichtheid hoger is, en het leven minder beladen. Jullie probleem verdwijnt, onze pijn blijft. Wij blijven langs elkaar heen praten. Jullie hebben lief, wij mogen dat niet. Wij voelen ons schuldig en passen niet in jullie plaatje. Schuldig omdat jullie vinden dat we schuldig zijn aan wat God aan ons gaf. Aan wat we voor jullie niet kunnen zijn. Wij worden niet als oprechte christenen erkend, ook al zouden we twee keer per week naar de kerk gaan. "Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?"
Er is net zoveel bewijs dat Hij er voor jullie is. Maar wij zijn 'afvalligen', al huilen we nachten om het contact met jullie. Eenzijdige acceptatie. Acceptatie voor het niet geaccepteerd worden. En krijgen nul op het rekest. Wij leiden ons leven, eenzijdige liefde doet pijn. Wij worden geaccepteerd op plekken waarvan jullie gruwen. Een branden in de hel is ons lot, omdat jullie niet kunnen interpreteren. God is liefde. Ik heb lief.