Jessah.
Al een poos voel ik me geraakt door het Bijbelgedeelte uit Lucas 11:5-13. Waarom? Mede omdat ik er een soort van lijn/verbinding in zie met onze LHBT-gemeenschap. Veel LHBT'ers, waar ik als transgender zelf ook deel van ben, maken een intense worsteling door. Anderen ervaren dit niet zo, of hebben geen kennis op dit vlak. De worsteling om tot zichzelf te komen, de verweving met hun geaardheid en/of identiteit. De anderen beleven dit simpelweg zo niet, omdat ze hetero zijn ofwel omdat er een ander gevoel bij hen overheerst. Een soort gevoel naar LHBT'ers van 'verboden om over te praten'. Ik herken me best wel in dit gevoel, het er niet over kunnen praten met sommige mensen. In het Oude Testament werd er vaak na een belangrijke gebeurtenis een naam gegeven aan de plaats waar wat bijzonders was gebeurd. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de plek (Pniël) van de aartsvader Jacob en zijn worsteling (Genesis 32:30).
Erover praten
Zouden wij als LHBT'ers ook niet over onze worstelingen moeten kunnen praten in alle vrijheid met anderen? Zonder daarbij vooraf te moeten denken: is dit wel veilig bij hem of haar? Of bestaat de kans dat die ander mij daarover gaat veroordelen? Wanneer ik naar mijn eigen leven kijk, dan weet ik maar al te goed dat ik het nodig heb om over mijn gevoelens te kunnen praten. Niet alleen in de eerste plaats met Jezus en de Hemelse Vader, maar juist ook met mensen om mij heen. Anders bestaat de kans dat ik erin verstik of verstrikt raak. Graag zou ik net als in de tijd van de Bijbel mijn worstelingen die ik heb ervaren in mijn leven ook een soort van 'naam' geven. Bijvoorbeeld de naam 'verleden tijd' van mijn moeten zwijgen voor wat betreft mijn transgender zijn. In vrede dit af kunnen sluiten en me uitstrekken naar de toekomst. Een tijd die achter me ligt: 'streep eronder'. Niet een streep erdoorheen, zo van 'het mag er niet zijn', een onbespreekbaar thema! Want zo werkt dat niet, denk ik.
Houding mensen
Helaas proef ik dit laatste wel in het standpunt en de houding van bepaalde mensen ten opzichte van mij:' daar moet een streep door'. Terug naar de bovengenoemde Bijbeltekst die mij geraakt heeft. Spiegelend naar mezelf: wat zou ik doen wanneer een vriend(in) 's nachts aanbelt en mij om eten vraagt voor een kennis? Of een andere invalshoek: die vriend(in) komt 's avonds laat aan de deur om te vertellen waarmee hij of zij worstelt en al zo lang. Eenzaam en reeds een geruime tijd, lijdt de persoon een geïsoleerd leven.
Spiegelend
'Eindelijk' voelt diegene ruimte om het te kunnen en durven ventileren. Daar is moed voor nodig en daar is een enorme honger naar. Het kunnen delen met een ander. Ben ik het dan (ook) die op m'n horloge kijkt om te zien dat het al laat is om vervolgens te zeggen: het komt me nu niet uit? Ik lag al op bed en wil nu eigenlijk wel graag slapen. Nee, natuurlijk hoort dat niet zo te gaan! En zo wens ik zelf ook niet te reageren. Verplaatsend in die vriend(in) die in nood bij mij aan de deur staat. Die heeft een luisterend oor nodig, broodnodig! Dat is de eerste behoefte. En soms kan het zelfs van levensbelang zijn.
Delen zonder oordelen en brood nodig
Broodnodig dus inderdaad, wat zou Jezus doen in zo'n situatie? Dit is opnieuw een spiegelende vraag naar mezelf. Zou Jezus ook die vriend(in) aan de deur laten staan, niet binnen laten? Omdat Hij het tijdstip ook niet zo gepast vindt, gelukkig niet! God heeft Zijn Heilige Geest gegeven om ons te helpen en wijst ons erop om de ander hoger te achten dan onszelf. Jezus, zegt o.a. ook in deze bovengenoemde gelijkenis: “Welke vader onder u zal aan zijn zoon, als hij hem om een brood vraagt, een steen geven, of ook als hij om een vis vraagt, hem in plaats van een vis een slang geven?” (Lukas 11:11) Laten wij als LHBT'ers bidden dat God ons geven wil wat we (brood)nodig hebben: Mensen om ons heen, die naar ons verhaal willen luisteren. Zij, die met onze worstelingen zijn begaan. En die met ons willen kijken hoe we de moeilijke dingen die ons zijn overkomen een plekje kunnen geven. Zij die oog, oor en hart voor ons hebben en die willen geven wat we vragen. Zonder daarbij te oordelen over wat wij, LHBT'ers, in hún ogen nodig hebben. Laten wij daarom evenzo geven aan anderen wat zij weer nodig hebben. Voor sommigen is dat tijd en voor anderen is dat ruimte om tot acceptatie van onze levensworstelingen te komen.