Jay.
Verslagen en diep ontdaan. Zo heb ik mij weken gevoeld. “Hoezo ben ik gay? Waarom juist ik?” Erachter komen dat ik homo was, was voor mij geen pretje. Ik ben iemand die zijn leven al helemaal had uitgestippeld. Ik was er altijd vanuit gegaan dat ik ging trouwen en kinderen zou krijgen. Al die gedachtes over mijn toekomst speelden door mijn hoofd heen. Alsof ik telkens hetzelfde fragment op repeat had staan.
Ik vond het lastig. Ik wilde niet omarmen dat ik gevoelens voor jongens had. Geloof was daarbij ook een heel belangrijk punt. Ik kan me nog wel herinneren dat ik op catechisatie was en het thema van de avond homofilie was. Er was een jongen die al wel uit de kast was. Die vond dat de Bijbel geen gelijk had en dat hij gewoon homo kon zijn. En ik zat daar en zei: “Leviticus 18 vers 22. Hoe duidelijk wil je het hebben in de Bijbel?” Ik had een vurige discussie en ik was op dat moment duidelijk tegen en keurde hem af. Iets waar ik op dit moment zo veel spijt van heb.
Ik had al een afkeer naar mezelf gevormd, zonder dat ik het zelf wist. Ik keurde homofilie af en daardoor kon ik mijzelf niet accepteren. Ik begon mezelf zelfs te haten. Ook begon ik God te haten. “Waarom ben ik homo? Heer, neem het weg!” Ik heb gebeden en gevraagd, eigenlijk gesmeekt, of het weggenomen kon worden. Ik wilde er vanaf, want het accepteren kon ik niet. Op dat moment was ik zo egoïstisch. Ik wilde het makkelijk hebben. Mijn leven moest makkelijk zijn. En juist die gedachte maakte mijn strijd met de dag moeilijker.
Ik heb het een tijd los kunnen laten. Puur omdat ik het geloof ook aan de kant zette. Ik merkte dat ik het niet durfde. Er voor God zijn. Ik zag mijn homofilie als een doorn in Zijn oog. Voor mijn gevoel kon ik niet een goede christen zijn. Ik wilde het wel, maar ik keurde mezelf al af voor God. Ik was nog wel betrokken bij de kerk. Ook ging ik mee met kamp. Er was iets in mij dat mij daarnaartoe trok. En achteraf heeft het mij compleet veranderd.
Na een lezing te hebben gehad op kerkkamp knaagde er iets in mij. Ik was in gesprek met iemand en mijn hart begon zich een stukje te openen. Ik vertelde niet dat ik gay was, maar dat ik zo graag ja wilde zeggen tegen het geloof maar dat niet kon. Ik voelde een hele grote muur. “Waar zit je mee dan?”, werd mij gevraagd. Alles in mij schreeuwde dat ik het moest zeggen en ik wist dat het me zo goed zou doen, maar ik kon het niet. Ik ben weggelopen, heb een stil plekje opgezocht en ben gaan bidden. En toen brak ik.
Ik begon te huilen. Ik wilde dit niet meer. Ik merkte op dat moment dat ik helemaal gebroken was. Die voortdurende strijd kwam tot een punt dat ik niet meer verder kon. Daar zat ik, helemaal alleen, en ik voelde me ellendig. Eindelijk was zichtbaar hoe ik mij vanbinnen voelde. Ik smeekte de vraag naar de Heere of hij het weg wilde nemen. Ik kon niet meer. Ik was op.
En toen was daar rust in mij. Ik voelde me kalm en leeg. Het gevoel was op dat moment zo fijn. Ik besefte op dat moment dat het God was die mij troost gaf. Op dat moment wist ik zeker dat God mij ging helpen in deze strijd.
It may look like I'm surrounded but I'm surrounded by You
This is how I fight my battles
Speciaal voor Wijdekerk doe ik mijn persoonlijke verhaal. Ik ben sinds een paar maanden uit de kast. Jarenlang heb ik dat nooit gewild. Iets waar ik nu veel spijt van heb. Het bracht me veel eenzaamheid en verdriet. Iets wat niet hoort. Bij niemand!