Gerard Amersfoort.
Jij bent nu nog niet geboren, maar die dag zal komen. De mensen zullen verheugd zijn om jouw komst. Kaartjes en kleertjes worden aan het kraambed bezorgd. Later zal je ouder worden, na een aantal jaar ga je naar school. Na acht jaar op de basisschool mag je naar de middelbare. Elk weekend ga je naar de voetbal. Soms een goal, soms niet. Alles lijkt zo goed, tot je beseft dat je niet leven mag. Niet omdat je hebt gestolen, of omdat je iemand hebt vermoord. Maar omdat - je ontwijkt het woord. Het H-woord hoor je elke dag, als grapje, of omdat het mag. Kanker, tyfus en hoer mogen niet. Maar homo lijkt niet zo erg. “Homo zijn is fout in Gods ogen.” Wreed verstoort die gedachte je leven, en je kan het niet van je afzetten. Iedereen zegt je dat het niet kan. Maar niemand weet waar je echt naar verlangt. Niet naar porno, incest, pedofilie, maar gewoon, een houden van. Je zult ontdekken dat gelukkig niet iedereen er zo over denkt, als jij de plek verlaat waar je een warm welkom ontbeert. Ze zeggen het wel te respecteren, maar schuine ogen, brieven, mails en woorden laten anders horen. Je zult niet bang hoeven zijn voor hen die het niet geloven van Jezus en een kruis. Op hen die de farizeeën nalopen hoef je niet te hopen. Niet omdat God fout is, maar omdat zij niet beter weten. Ik doe m’n best, om voor een jongen als jij, hen te leren om niet alleen te respecteren. Maar lief te hebben en te accepteren. Want een homo zonder relatie is als een cadeau waar het pakpapier voor altijd omheen zal blijven zitten. Als jij ooit ontwaakt, hoop ik dat je dit, lieve jongen, niet meer meemaakt.