Sa Xi Hamilton. Interview met Marleen.
Ik ontmoette de 34-jarige Marleen tijdens een avond van TafelTijd, georganiseerd door Wijdekerk en Poink. Onder het genot van hapjes en drankjes konden de aanwezige vrouwen (lesbisch en/of gelovig) elkaar ontmoeten en elkaars verhalen delen. Marleen bleek die avond de enige hetero te zijn. Zij was aangeschoven omdat, zo vertelde ze, het haar aan het hart gaat dat er binnen kerken nog zo weinig ruimte is voor lhbt-ers om zichzelf te kunnen zijn. Het gaf mij hoop te merken dat er ook buiten de lhbt-gemeenschap mensen zijn die zich ons lot aantrekken. Ik wilde haar graag interviewen om meer van haar te horen. Dit is haar verhaal:
“Ik heb een evangelische achtergrond en wat betreft homoseksualiteit had ik meegekregen ‘Je mag het wel zijn, maar je mag het niet doen’. Zo zag ik het ook. Ik had geen reden om daar aan te twijfelen. Maar vroeg of laat ontmoet je mensen die anders over dingen denken dan je gewend bent. Buiten het evangelische wereldje hoorde ik onder christenen voor het eerst andere geluiden. ‘Hoezo, niet praktiseren? Liefde is liefde’, was de strekking. Dat bracht mij in verwarring. Wie had er nu gelijk? Ik wist het niet meer en liet het maar los. Geen mening hebben mag ook, toch?
Maar ik bleek het tot mijn frustratie niet te kunnen loslaten. Elke keer als ik het van me af gooide, kwam het als een boemerang weer op me af. Ik kwam het tegen in wat ik las, in wat ik keek, in wat mensen om mij heen er over zeiden. De vragen doken telkens weer op. Ik besloot de Bijbel er maar eens op na te slaan. Zocht op internet naar bijbelstudies. Om welke teksten ging het eigenlijk? De teksten die werden aangehaald om te bewijzen dat God homofilie verbiedt vond ik niet zo zwart-wit als men deed voorkomen. Ik las het er niet in, het overtuigde mij niet. Zou God het dan goedkeuren? Ook dat stond er niet ondubbelzinnig in. Christenen met totaal verschillende standpunten wisten met dezelfde Bijbel in de hand hun eigen visie te verdedigen. Daar kwam ik dus niet veel verder mee.
Ik wist niet wat ik ervan moest denken, en dat beviel me niet. Het is veel prettiger duidelijkheid te hebben. Maar verwarring heeft een positieve keerzijde. Als je namelijk geen houvast kunt vinden in wat anderen er van vinden, moet je in jezelf gaan graven, in jezelf op zoek naar antwoorden. Toen ik op een gegeven moment van een Nazarener-predikant een bijbelstudie hoorde over het onderwerp gaf hij woorden aan wat ik inmiddels van binnen aanvoelde: "Niemand mag een ander het celibaat opleggen. Liefde tussen twee mensen is het mooiste wat er is. Hoe zou God, die liefde is, dat nou kunnen veroordelen?" Voor mij was dat een behoorlijke verandering van denken, dat ging beslist niet van de ene op de andere dag. Het was een hele worsteling. Waarom? Omdat ik graag een goede christen wilde zijn. Ik had geleerd wat je als goede christen wel of niet deed. Teksten als ‘gij geheel anders’ en ‘weest niet gelijkvormig aan de wereld’. Ik wist precies waarin ik me als christen moest onderscheiden van de ongelovigen. Mijn identiteit als christen rustte op een aantal overtuigingen en principes. Als ééntje daarvan barsten begint te vertonen, dan begint je fundament te wankelen. En dat is een vreselijk eng gevoel. Ik vroeg me af: ‘Moet ik dit dan normaal gaan vinden? Als ik hieraan toegeef, wat is dan het volgende? Wat blijft er dan nog over van mijn christen-zijn?’ Ik begrijp het dus ontzettend goed dat veel christenen geen twijfels toe willen laten, of het nou over homoseksualiteit gaat of wat anders. Het vraagt veel moed om vragen onder ogen te zien.
Ik ben het proces aangegaan, gelukkig maar, het geeft me zoveel goeds gebracht. Niet lang nadat ik voor mezelf helder had hoe ik er in stond, was ik een weekend thuis bij mijn ouders. M’n zussen en broers waren er ook. Dat weekend kwam mijn jongere broer uit de kast. Wij hebben allemaal in liefde gereageerd. Ik zal de avond waarop dat gebeurde nooit vergeten. Het leek alsof God mij erop had voorbereid, zo wonderlijk. Ik voelde me gezegend. Hoe vaak hoor je niet dat familieleden worstelen met allerlei vragen ná een coming-out? Bij mij ging het andersom. Daar ben ik ontzettend dankbaar voor.
Sindsdien gaat het lot van lhbt'ers mij erg aan het hart. Als hetero heb ik nooit hoeven worstelen met mijn geaardheid, maar ook ik heb jarenlang allerlei gevoelens onderdrukt, ik mocht er niet zijn van mezelf. Daarom kan ik me zo herkennen in de verhalen van lhbt-ers. Het ergste wat je iemand kan aandoen is de ander veroordelen om wie hij is, om wat hij voelt. Doe het ook jezelf niet aan. Er van jezelf te mogen zijn zoals je bent, met alles wat je voelt, ongeacht wat anderen daar van vinden, die innerlijke vrijheid gun ik ieder mens van harte.”