Wat ons drijft is de liefde van Christus
2 Korintiërs 5:14a
Zoeken
27 apr. 20203 minuten om te lezen
De coming-out van mijn zoon (Deel 1 van 6)
Annet van Ballegooijen.
Even voorstellen.
Ik ben Mike. Ik ben een zoon, kleinzoon en broer, student, christen en ik ben homo. Een heel formidabel lijstje, al zeg ik het zelf. Veel uit het lijstje is voor veel mensen vanzelfsprekend. Wat niet vanzelfsprekend is zijn die laatste 3 woorden: ik ben homo. Deze 3 woorden zijn ook voor veel ouders nou juist de woorden die ze niet hopen te horen. En toch zijn dit de woorden die ik twee jaar geleden uitsprak naar mijn ouders toe: ik ben homo.
Mijn ontdekkingsreis.
Ik wil jullie graag meenemen naar mijn eigen proces; hoe ik erachter kwam dat ik homo ben en hoe ben ik in dat proces bezig geweest. Ga met me mee naar mijn jeugd. Ik was een vrij makkelijk en onschuldig kind. Je hoefde mij maar een boek te geven of ik was al uren zoet. Ik was vrij rustig en snel tevreden.Daarnaast ben ik ook altijd een zachtaardig en gevoelig kind geweest. Als ik met vrienden afsprak, dan wilde ik altijd graag iets binnen doen en als het even kon ook iets rustigs.
Geen vechtersbaas en liever meisjes dan jongens.
Het was in de levensfase ook populair om cowboy en indiaantje, politie en boef of een andere vorm van deze te spelen. Maar er was een probleem: Mijties (m’n eigen bijnaam) wilde niet vochten (lees: vechten). Naast dat ik niet wilde stoeien en ravotten hield ik ook nog eens niet van voetbal en had ik een heel legertje vriendinnen in plaats van vrienden. Voor mijn ouders was het dan ook een hele uitdaging om me op een verjaardagsfeestje ook jongens te laten uitnodigen. Voor mezelf vond ik dit helemaal niet vreemd, maar de jongens in de klas zagen dat anders.
Was ik niet goed genoeg?
Doordat ik dus afweek van de norm, werd ik al snel het mikpunt van vervelende opmerkingen en kleine pesterijtjes. Vooral het uitschelden of treiteren met woorden als homo, mietje en meisje voerden de bovenhand. Ik ervoer dit natuurlijk als erg vervelend, maar ik wist niet goed waar het vandaan kwam.Was ik niet goed genoeg? Vanaf deze tijd heb ik toen naar de buitenwereld een masker opgezet, of nou ja een masker? Ik liet een optimalisering zien van de positieve emoties, altijd een glimlach en altijd vriendelijk, terwijl ik me persoonlijk heel erg begon terug te trekken en een muur om mijzelf heen te bouwen. Niets zou hier doorheen komen. Maar toch deed het pijn… Deze pesterijen vonden plaats tussen groep 5 en de eerste.
Hij is geen hij, hij is geen zij.
Een dierbare vriendin van me heeft toen een keer tegen mij gezegd dat een beetje zelfspot wel moest kunnen. Maar die fase was al lang geweest. Dat wist ik zeker toen op de middelbare school een groepje van 3 vriendinnen een versje had gemaakt. Ik citeer: “Hij is geen hij, hij is geen zij, hij is het allebei”. Je kan je wel voorstellen dat dit niet zo lekker binnenkwam. En dat dan in een fase waarin je in de puberteit belandt.
Wat dit mij als moeder doet.
Wat mij persoonlijk raakt in dit gedeelte is dat hij zelfs mensen bij die hem zo nabij stonden niet zichzelf kon zijn, dus ook niet helemaal bij ons.
In de tussentijd flitste het vaak door mijn gedachten: hij zal toch niet....? Tot zover mijn mamablog over de coming-out van mijn zoon deel 1.
Comments