Tsjerk de Jong.
Ongeveer tien jaar geleden kwam ik als lid van de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt (GKV) uit de kast. Het was voor de kerk iets nieuws waar ze nog niet over na hadden hoeven denken. Ik was de enige binnen mijn GKV die openlijk uit de kast kwam. Jaren van geduld en begrip tonen stonden op mij te wachten. In die tien jaar ben ik een aantal keer verhuist en was ik elke keer de eerste homo die opstond binnen die kerk. Een dominee die bij mij op bezoek kwam vroeg zichzelf af wat er mis ging in de kerk omdat er in zijn gemeente, van ongeveer zeshonderd leden, geen enkele homo openlijk uit de kast was. In de afgelopen tien jaar heb ik veel klappen moeten incasseren. Er werd mij eerst gezegd dat ik geen relatie aan mocht gaan. Jaren later werd gezegd dat ik alleen een relatie aan mocht gaan als het een ‘’gezonde’’ liefdesrelatie was. Ik heb een kerkenraad meegemaakt die een jaar lang óver mij hebben gepraat in plaats van mét mij. Ik kwam onder tucht te staan bij de GKV-gemeente die vond dat ik moest afzien van mijn homoseksuele leefwijze. Kort daarna is die tucht weer ingetrokken en kwam excuses vanuit de kerkenraad. Vervolgens kwam er een commissie die na ging denken of homoseksualiteit in de kerk wel kon bestaan. Daarnaast, in een andere GKV, kwam er een advies dat ik niet mocht deelnemen aan het avondmaal. Ik moest mijn gezonde relatie beschrijven op papier om aan het avondmaal te mogen deelnemen. En toen ik wel weer aan het avondmaal mocht, stapten er mensen uit de kerkenraad en zelfs uit de kerkgemeenschap omdat zij het hier niet mee eens waren. En ik moest maar geduldig zijn, wachten, liefde en begrip tonen. Ik mocht en kon mij zelf niet zijn in de GKV. Mensen vragen mij waarom ik niet weg ben gegaan uit de GKV. Ik benoem elke keer dat ik het belangrijk vind dat de weg makkelijker wordt gemaakt voor de mensen die na mij komen. De GKV waar ik nu lid van ben heeft in een gemeenteavond besproken dat ik, een homoseksuele man die een geregistreerd partnerschap heeft, welkom ben in de kerk als lid. Toch klinkt er elke keer weer een grote ‘’maar’’. De kerk is nog niet zo ver dat ik een ambt mag vervullen, terwijl er een te kort aan kerkleden is, die een ambt willen vervullen. De kerk is nog niet zo ver om mijn relatie te zegenen. En zelfs wanneer ik de jeugdvereniging wilde leiden, moest het via de kerkenraad besproken worden of dit wel kon. Ik ben welkom, maar ik wordt niet als een ander lid behandeld. Dit alles bij elkaar voelt als discriminatie. En dat doet pijn. Na tien jaren van pijn opvangen en liefde terug geven moet elk homoseksueel-lid nog steeds wachten.
Drie jaren wachten op de Synode. Drie jaren welkom zijn, maar je niet welkom voelen. Drie jaren dat jongeren niet uit de kast durven te komen. Drie jaren dat er geen veiligheid is in de kerk. Drie jaren dat LHBT jongeren twijfelen over of ze nog wel lid willen zijn van de GKV. Drie jaren waarin zij zich afvragen of zij nog wel willen leven. Drie jaren van stilstaan.
Drie jaren van achteruitgaan.
Comments