Jacob Diederiks.
ND-medewerker Roeland stuurde me een mail namens de hoogbejaarde digibeet heer A. Of ik zijn telefoonnummer wilde draaien, want de oude heer was zeer geïnteresseerd in mijn boek ’Oudroze’. Zo gevraagd, zo gedaan. Ik kreeg een uiterst verzorgd sprekende heer aan de lijn: ‘O, wat fijn dat u mij belt, meneer Diederiks! U moet weten dat mijn partner en ik steeds meer moeite hebben met het naar buiten toe communiceren. Een computer bezitten wij niet en onze ogen worden ook steeds minder. Mijn partner is zelfs zo goed als blind. Daar komt bij dat wij ook minder mobiel zijn geworden.’ Spontaan zag ik de lamme en de blinde voor me, de één de ander of de ander de één voortduwend in de rolstoel, op weg naar de warme bakker in het nabijgelegen winkelcentrum.
‘Maar kunt u dan nog wel een boek lezen, want ik hoorde dat u interesse hebt in mijn boek.’ ‘O ja, hoor, met een verlichte loep lukt het nog aardig!’ Ik stel me zo voor dat meneer A. de krant hardop voorleest aan zijn man en zich heeft aangewend daarom zo langzaam en duidelijk te spreken.
Het werd een zeer aangenaam gesprek met deze naar ik schat rond de negentig jaar oud zijnde bejaarde uit een landelijk bekende vooraanstaande familie. Vader A. was predikant geweest, oud-senator A. was een zoon van de broer van zijn grootvader. En ook de in het ND columns schrijvende oud-psycholoog A. maakt deel uit van de van oorsprong Friese familie. Kortom: een heer op stand, net als de luxe locatie van de aan de Sloterplas gelegen woning, die ik vond via Streetview. Ik wilde namelijk weten of meneer A. en zijn man in een verzorgingshuis wonen, maar zo te zien is het een gewoon appartementencomplex. Dat zij daar op hun hoge leeftijd nog kunnen wonen, zal komen dankzij de nodige thuiszorg. De warme maaltijd hoeft tegenwoordig ook geen probleem meer te zijn.
Wat we gemeen bleken te hebben is onze voorkeur voor orgelmuziek, psalmen en gezangen en de mindere waardering voor de tegenwoordige opwekkingsliederen, die volgens de heer A. lang niet allemaal Schriftuurlijk zijn. ‘En de melodieën dan, vindt u die wel mooi?’ ‘O nee! Vreselijk!’, klonk het beslist. Ik moest glimlachen.
Hij vertelde ook over de door hangjongeren belaagde predikant in IJburg en verbaasde zich erover dat ik die kende. Van Facebook en Wijdekerk, maar dat legde ik maar niet uit. Dat deze dominee en zijn man gingen verhuizen, had hij nog niet gehoord. Digibeet zijn heeft zo zijn voor- en nadelen.
De heer A. is van gereformeerden huize, maar heeft naar ik aanneem die kerk door zijn levenswijze allang verlaten en is samen met zijn partner overgestapt naar de PKN. Door hun hoge leeftijd en de coronacrisis bezoeken zij geen diensten meer en de livestream is natuurlijk ook geen optie. Maar zijn man en hij hebben een enorme collectie grammofoonplaten en cassettebandjes. Ook met opgenomen preken. Of ze kijken en luisteren naar de eucharistieviering op NPO2, iets wat vroeger als gereformeerde not-done was. Zo stel ik me dat voor.
Prachtstel, dit beschaafde, in hun jonge jaren recalcitrante mannenpaar. Het zal me 60 jaar geleden wat geweest zijn, toen zij ook nog verhuisden naar Parijs! Maar hun liefde, intellect en assertiviteit hebben hen er in hun tijd doorheen geholpen. Om jaloers op te zijn!
Comments