Arie en Steven Kuperus.
Het verhaal van van Steven.
Best gek om hier zo te staan en het levende lijdend voorwerp te zijn van deze preek. Ik besef dat wat voor mij de gewoonste zaak is van het leven, mijzelf zijn/homo zijn, niet voor iedereen zo gewoon is. Dit doordat ze het niet zijn, of niemand kennen in hun omgeving etc. of er überhaupt nooit bij stil staan. Voor mij is het ook niet altijd zo normaal geweest. Het besef dat ik op mannen viel is een heel lang proces geweest, mijn eerste herinneringen gaan terug naar groep 3. Het proces heb ik lang alleen doorlopen. Bang dat ik veroordeeld zou worden of niet geaccepteerd zou worden in mijn omgeving. Ik was bang dat mensen mij anders zouden zien, anders naar mij zouden kijken. Mij alleen nog maar als homo zouden zien, dat ze mij niet meer zouden zien als Steven. Ik was bang om anders behandeld te worden. Ik wilde gewoon net zoals iedereen behandeld worden. Ik zocht en vocht het alleen uit.
Dit was een eenzaam proces. Ik deed er alles aan om het onderwerp homo te vermijden. Ik deed mij zo stoer en mannelijk voor als mogelijk, zorgde ervoor dat het onderwerp snel weer van tafel ging als het ter sprake kwam. Maar ook vragen of ik nou al een vriendin had waren erg ongemakkelijk voor mij.
Een voorbeeld is een herinnering die ik heb onthouden in de kleedkamer na het sporten. Een vriend zei dat 1 op de 10 jongens homo is: dus er moet hier een homo zitten. Net zoals de anderen schudde ik driftig van nee.
Dit betekent niet dat ik geen leuke jeugd heb gehad, maar het was wel iets wat continu aanwezig was of waar ik mee bezig was. Ik kon mijzelf niet laten kennen omdat ik de kern van wie ik was zelf niet accepteerde. Ik dacht ook dat mijn omgeving mij niet zou accepteren. Ik dacht zelfs dat ze mij zouden afkeuren.
Momenten van blijdschap, ontspanning en leuke dingen werden afgewisseld met momenten dat ik tegen mijzelf aan liep, mijzelf alleen voelde en me afvroeg waarom ik nou precies zo was. Ik was op zoek naar erkenning en acceptatie maar ik wist dit zelf niet en kon het ook niet toelaten. Ik probeerde iedereen zo veel mogelijk op afstand te houden om maar niet ontdekt te worden. Bang om ontdekt te worden als homo. In mijn geloof had ik pieken en dalen. Op momenten dat ik afleiding had, leuke momenten had was ik gelukkig en kon ik daarmee terecht bij God en het delen met Hem. Op momenten dat ik tegen mijzelf aan liep en bezig was met mijn homoseksualiteit voelde ik geen toegang tot God. Ik dacht dat God niet wilde dat ik zo was en Hij mijn gedrag afkeurde. Het lukte mij niet om een weg daarin te vinden waarin beide oké waren.
Daardoor ben ik gaan proberen mijn gedrag te gaan veranderen. Ik dacht dat het mij zou lukken.Gewoon doen als de rest, huisje boompje meisje.
Aan de buitenkant leek het mooi. Aan de binnenkant veranderde het echter niets. Ik was nog steeds in conflict. Ik handelde niet naar hoe ik mij van binnen voelde. Niemand wist dit, ik hield het verborgen.
Ik kreeg een relatie met een meisje. Dit was oprecht een hele leuke gezellige tijd. Iemand hebben waar je altijd terecht kan en die er voor je is. Ik hield van haar als van een heel goede vriend. Ik kon alleen niet met heel mijn hart van haar houden. Fysiek voelde ik mij niet tot haar aangetrokken.
Ik voelde mij schuldig naar haar toe. Het voelde alsof ik haar meesleurde in mijn leugen, in mijn gecreëerde schijnwereld. Echter wist ik dat als ik het zou uitmaken en helemaal uit de kast zou komen, dit niet makkelijk was. De vraag was of ik nog wel mijn taken in de kerk en de studenten vereniging mocht uitvoeren. Dit vond ik erg pijnlijk en wilde ik voorkomen. Toch heb ik de relatie beëindigd.
Wat moest ik nu? Ik vond voor mijzelf een middenweg: ik blijf voor altijd vrijgezel. Niemand heeft daar last van of hoeft er iets van te vinden. Ook vanuit de bijbel vond ik een aantal voorbeelden van belangrijke personen die vrijgezel waren, ik zag ze als voorbeeld voor mij. Discussies ging ik hier mee uit de weg en ik kon binnen de kerk en verenigingen mijn taken blijven uitvoeren. Win win dacht ik.
Ik ging voortvarend met deze nieuwe levensstijl aan de slag, veel hoef je er ook niet voor te doen! Toch klopte er iets niet. Iets bekroop me, maar wat wist ik niet. Een onderbuikgevoel of iets dergelijks. Ik kon het niet duiden.
Inmiddels was ik meer in de theorie gedoken, bijbel, biografieën en boeken met het thema homoseksualiteit. Mijn ouders hadden een aardige bibliotheek verzameld met boeken vol standpunten m.b.t. homoseksualiteit en het christendom. Heel erg helpend was het niet altijd, iedereen had er een mening over, en die spraken elkaar veelal ook tegen of waren veroordelend, waardoor het soms voelde alsof ik in een hoek werd gedrukt.
De bijbel bood mij toentertijd weinig duidelijkheid, houvast of een richting hoe ik nou zou moeten leven. Ik vroeg mij af of ik alles in de bijbel letterlijk moest nemen, of dat ik het moest interpreteren of moest vertalen in de context waarin het geschreven was. Het was ingewikkeld en soms verwarrend. Dit doordat de verschillende standpunten allemaal voortkwamen vanuit de bijbel maar toch behoorlijk verschilden van elkaar. Ik onderzocht waar mijn eigen standpunt en gedachten nou eigenlijk vandaan kwamen. Ik kwam erachter dat totdat het bekend was bij mijn ouders dat ik homo was, we het daarvoor überhaupt nooit over homoseksualiteit hebben gehad. Zowel thuis niet, als in de kerk niet, niet in de dienst maar ook niet in de jeugdclub. Ook kende ik in mijn directe omgeving geen homo.
Toch kwam ik er achter dat ik best een gekleurde mening en gedachte had over het onderwerp. Het was iets wat niet goed was en al helemaal iets wat God niet bedoeld kon hebben.
Toch mach'te dit niet met hoe ik las over God en over Jezus. Hoe God vol met liefde naar de mensen kijkt en dat de bijbel zegt dat God mij heeft gemaakt naar Zijn evenbeeld. Heeft God mij dan gemaakt met een foutje? Of was het de bedoeling dat hij mij zo heeft gemaakt? Of moet ik dit dan niet letterlijk nemen? En als God mij gemaakt heeft, naar Zijn evenbeeld met gaven en talenten, wil Hij dan dat ik deze niet inzet of gebruik omdat ik niet zo hoor te zijn? Heeft Hij mij zo geschapen om daarna te zeggen: je mag niet handelen naar hoe je bent gemaakt? Steven, Ik heb jou als homo geschapen, maar je mag geen homo zijn. Dit waren vragen en gedachten die mij erg bezig hielden.
Ik ben met God en met mijzelf de zoektocht aangegaan. Op zoek naar antwoorden op de vragen: Wat is nou de bedoeling? Hoe kan ik mijn leven invullen? Hoe kan ik tot mijn recht komen als mens op deze aarde en in relatie met God?
Beetje bij beetje veranderden mijn gedachten en inzichten over hoe ik mijn leven kan en mag leven. Ik kreeg inzichten die haaks stonden op overtuigingen die ik in de loop der jaren had ontwikkeld. Dit was soms best een shock voor mij, ik moest er aan wennen. Maar het voelde goed.
Ik voelde mij hierin gesteund door verhalen uit de bijbel. De verhalen en het leven van Jezus inspireren mij. In veel verhalen over Jezus doorbreekt Hij tradities en gewoontes die de mensen van toen in de loop van de jaren hebben ontwikkeld. Ze voelden zich daar goed en vertrouwd bij en hadden het gevoel het juiste te doen. Jezus komt echter langs en zet ze stil en reageert en handelt totaal anders dan de mensen verwachten. Dit is ongekend, ze moeten hier aan wennen en veranderen.
Dit vind ik inspirerend. Ik herken mijzelf daarin. Ik dacht en handelde vanuit bepaalde gedachten en tradities. Ik ging op zoek naar God die deze gedachten en tradities doorbrak en Zijn eigen weg met mij ging.
Super inspirerend vind ik het verhaal dat Jezus bij een put komt en de Samaritaanse vrouw vraagt of ze water uit de put voor Hem wil halen. Echt ongekend. In die tijd gingen Joden niet om met Samaritanen. Jezus doorbreekt de traditie, legt contact en vraagt de vrouw hem te dienen. Ongeacht wat voor oorsprong de vrouw heeft.
Tegenwoordig sta ik een stuk steviger in wie ik zelf ben. Ik krijg veel positieve en warme reacties vanuit mijn omgeving en vind het ook super mooi dat hier vrienden en familie zijn die mij steunen. Dit bemoedigt mij. Ik voel me geaccepteerd door God. Mijn homoseksualiteit staat me niet langer in de weg om naar God toe te gaan en met hem te leven.
Wat ik lastig vind, is dat ik de acceptatie en veilige omgeving die ik ervaar bij God niet altijd ervaar in de kerk. Ik durf mij niet altijd vrij te bewegen in een kerk. Ik ben bang voor afwijzing of veroordeling. Dat zit er niet in dat ik niet vriendelijk wordt begroet of dat ik niet aanwezig mag zijn. Dat zit in bepaalde dingen die ik niet mag doen en die een heteroseksueel wel mag. Dat geeft mij een kwetsbaar gevoel. Ben ik minder waard? Kan ik dingen minder goed? Kan ik mijn talenten niet inzetten voor God omdat ik homo ben? Het zijn allemaal vragen die ik met nee kan beantwoorden.
Daar ga ik echter wel aan twijfelen.De vraag die bij mij opkomt is: Wat is voor mij dan nog de meerwaarde van de kerk? Dat ik deze vraag stel aan mijzelf vind ik pijnlijk. Het maakt mij verdrietig. Ook omdat ik weet dat ik zelf niet de enige ben die zichzelf dit afvraagt.
Ik zie de kerk als een verbinding naar God. Samen met z’n allen de relatie met God onderhouden, onderzoeken en ontdekken. Een plek voor iedereen. Een plek om gekregen gaven en talenten in te zetten. Dat wie ik ben er niet toe doet maar dat het dienen van God centraal staat met de gaven en talenten die ik van Hem heb gekregen.
Morgen deel 3, waar vader Arie zijn verhaal deelt.
Op 19 Januari 2020 hielden Arie en Steven een preek in de Immanuel gemeente te Dordrecht. In een drieluik delen wij de gedeelde woorden. Kijk hier voor deel 1.
댓글