Jacob Diederiks.
Om de aandacht van de kiezers te trekken deden de partijen er zaterdag alles aan om op te vallen. Van een rode, groene, oranje of blauwe jas (al naar gelang de partijkleur) tot rode rozen van de PvdA (dank u wel!), bieslookpotjes van GroenLinks (wat lief), een muts van Jezus Leeft (het hoofd omhoog, het hart naar boven, hier beneden is het niet), bitterballen van de VVD (hoe toepasselijk), pennen van het CDA (ik pen/ren me rot) tot zakjes met bloemenzaad van de ChristenUnie-SGP (‘omdat wij in de polder biodiversiteit heel erg belangrijk vinden’. Alleen jammer dat de diversiteit zich beperkt tot gewas en arbeid).
‘Mag ik u onze folder aanbieden, meneer?’ Een uitgestrekte arm ging in mijn richting. ‘Nee, dank u, ik heb de folder al door de brievenbus gekregen.’ Ik keek in de ogen van een jongeman die qua leeftijd en lengte mijn kleinzoon zou kunnen zijn – ook hij is ruim twee meter lang. ‘Om je niet teleur te stellen wil ik je wel beloven deze keer op het CDA te stemmen; niet alleen omdat ik vrees dat de partij er door al het gedoe van langs zal krijgen, maar als tegenstem op de partij van hiernaast.’ Mijn arm wees naar de kraam van de ChristenUnie-SGP, de lijstcombinatie die vier jaar geleden nog mijn stem kreeg. ‘Het is vanwege het homostandpunt van vooral de SGP. Ik begrijp niet dat de CU een lijstcombinatie met die partij is aangegaan. Alle ondertekenaars van de Nashvilleverklaring komen uit de rechtsorthodoxe hoek. Ik weet er alles van, want ik kom er zelf vandaan.’ De jongeman keek me wat vragend aan. Toen er een oudere partijgenoot bij kwam staan, ontstond er een fijn gesprek, waarin ik duidelijk maakte dat de keus voor een partij alles te maken heeft met iemands wezen. Je kunt kiezen voor rood, groen, blauw of oranje, maar niet voor je seksuele geaardheid. Het kwartje viel.
Ik ging toch ook even langs de kraam ernaast. Gelijk kwam er een vrouw van rond de vijftig op me af. Aan haar vlotte broek te zien, moest ze van de CU zijn. Dat klopte. Verderop nam een SGP-vrouw een slok uit haar koffiebekertje. Ze droeg een rok – vanzelf. In de plaatselijke krant had ik over haar een interview gelezen. Niks mis mee. Heel moedig om het mannenbolwerk te doorbreken. Alleen daarom al zou ik eigenlijk op haar moeten stemmen. Maar al dat andere, al die zaken waarop ik ben stukgelopen. Biodiversiteit, prima! Erkenning van diversiteit van mensen – wanneer komt het er hier ooit van?
Ik raakte in gesprek met de CU-vrouw. We bleken veel gemeenschappelijk te hebben. Ik ken veel van haar familieleden. Toch wist ik niet van haar bestaan. Als je doorpraat vallen er steeds meer kwartjes. Verrassend was dat we beiden een zoon bleken te hebben, die een relatie heeft met een man. Dat ik niet op de lijstcombinatie ga stemmen, vond ze jammer, maar begreep ze heel goed. Mooi vond ik haar opmerking dat opgroeiende kinderen je dwingen ingesleten, vaak vastgeroeste gewoonten en standpunten te herzien. Ze moest lachen toen ik over mijn situatie zei: zo zoon, zo vader.
Emmeloord, 14 maart 2022
Comments