Arjanne Holsappel.
Een van de vragen die ik van mijn bloglezers kreeg, was of ik vanuit de Heilige Geest, mijn ziel, mijn weten, zeker weet of God homoseksualiteit liefde zegent. In deze blogpost wil ik daar graag op ingaan. Ik kan me de vraag goed voorstellen. Vroeger zou ik gezegd hebben, nee, absoluut niet. Ik was de eerste die op de stoep zou staan om te vermanen tot een heilig leven. Het was immers een gruwel.
Later, toen mijn theologische kennis, maar vooral mijn dogmatische kennis veranderde, heeft er een hele verschuiving plaatsgevonden, waardoor er ruimte kwam voor liefde voor een eigen partner. Liefde had ik altijd al wel, maar ik kon het niet kwijt bij iemand. Ik ondervond aan de lijve soms letterlijk de pijn van het alleen gaan en alleen zijn, zelfs zodanig dat mijn gezondheid eronder leed. Ik was ziek, voelde mij zo alleen.
Toen ik studie na studie luisterde en onderzocht in boeken wat er stond, opende dat mogelijkheden voor een relatie. Ik bedacht me dat als er op de sabbat een kalf in de put lag, dat de liefde groter moest zijn dan de wet en het kalf tegen de regels in verlost mocht worden – volgens Jezus. Het was steeds in mijn gedachten. Tegen welk gebod ging ik in? En als het gebod mij ziek zou maken, zou ik ten dienste staan aan het gebod. Terwijl de wet er is voor de mens, maar de mens niet voor de wet. Al zou er een gebod zijn, dan vroeg ik me ook af welk doel dit diende. Tegen de wet van liefde ging ik in ieder geval niet in. Want mijn liefde is niet schadelijk voor mijzelf of voor een ander. Het bracht juist een stuk gezondheid terug.
Ook las ik in de Bijbel dat de geboden voor onze Joodse voorouders te zwaar waren om te dragen en dat er alleen noodzakelijke geboden opgelegd werden (zie Handelingen bij het apostelconvent). Daaruit bleven er maar enkele geboden over, die ook misschien eens waren om rekening te houden met de Joodse roots. Het blijven van single en geen roeping hebben voor alleen zijn, zie ik als te zwaar. Zo ervoer ik het in ieder geval wel. Ook wist ik vanuit de Bijbel dat God soms van gedachten kon veranderen als wij Hem hierom vroegen. Dan zou Hij zeker de nood hebben gezien van de LHBT-doelgroep en hen tegemoet (kunnen) komen.
De wet, als richtsnoer, heeft een doel. Maar als er geen doel is, geen bescherming, geen logisch verhaal dan alleen mogelijk nog een simpele scheppingsorde? Dan hoor ik je denken: “De scheppingsorde, inderdaad. Daar loop je nu aan voorbij.” En dat zou kunnen kloppen. Ik hecht er inderdaad weinig waarde aan.
Waarom? Soms als ik begin van de middag, of rond drie uur, op mijn fiets zit en kijk naar de hemel, lach ik naar de hemel. Voel ik mij gezien. Omdat de maan aan de hemel staat. De zon bij dag, de maan bij nacht … En blijkbaar zit er iets tussenin. De vogels in de lucht en soms een zwemmende vogel, of een vliegende vis. En ga zo maar door.
Ik weet mij verbonden met Christus. Hij die in mij is. In wie ik leef en beweeg. Hij die geen te zware last oplegt, mij niet vermoeid maakt of mij uitput, maar juist rust geeft. Bij wie ik genade mag vinden, ook als ik er met al mijn misvattingen naast zou zitten. Hij weet wie ik ben. Hij kent mijn hart, mijn (eerdere) strijd, de beweegredenen. En dat alles vertrouw ik aan Hem toe.
Commentaires