Eleonora Hof.
Hoe kan je als queer persoon je spiritualiteit beleven? Hoe word je volwassen in het geloof? En zijn er ook verschillen met hoe hetero’s hun geloofsleven vormgeven?
Ik zag mijn geloofsleven eigenlijk nooit anders als die van hetero’s. Dat komt misschien wel omdat ik pas op latere leeftijd uit de kast gekomen ben, dus ik heb heel lang “gewoon” geloofd. Dat “gewoon” zegt misschien al wel iets over hoe vanzelfsprekend de heteroseksuele blik in onze samenleving en ook in onze kerk is. Dus ik zet dat “gewoon” maar even tussen aanhalingstekens.
Want hoe geloof je dan als queer persoon? Ik ben ervan overtuigd dat de basis van het geloof hetzelfde is. Homo of hetero, we geloven allemaal in dezelfde God. Het is juist bij deze God dat de onderlinge verschillen wegvallen en we één zijn door het geloof in Jezus Christus. Dus principieel denk ik niet dat er een verschil is. We zijn allemaal geliefde mensen die door Jezus verzoend zijn met de Vader en geroepen zijn om de liefde van God in deze wereld uit te stralen.
Maar tegelijkertijd is het natuurlijk wel waar dat homo’s en hetero’s heel verschillende levenservaringen hebben. En juist die verschillen in ervaringen zorgen er ook voor dat je het geloof op een andere manier kan beleven. Daarom denk ik dat het belangrijk is om te kijken wat het specifieke is van het volwassen worden in het geloof als je queer bent. En voor welke specifieke uitdagingen je kunt komen te staan.
In de Antwerpse queer boekhandel “Kartonnen Dozen” kwam ik een boek tegen dat mij enorm heeft geholpen om mijn eigen spiritualiteit onder woorden te brengen en verder te ontwikkelen. Het boek heet: “Freedom, Glorious Freedom: The Spiritual Fullness of Life for Gays, Lesbians and Everbody Else” en is geschreven door de geestelijke en psycholoog John J. McNeill. Het is helaas bijna niet meer te verkrijgen, dus daarom wil ik in dit artikel een aantal dingen doorgeven die ik uit dit boek heb geleerd.
Ervaring van de leiding van de Heilige Geest
Velen van ons ervaren een spanning tussen wat we geleerd hebben in de kerk over homoseksualiteit aan de ene kant, en aan de andere kant wat ons eigen hart ons vertelt. We weten diep in ons hart dat de liefde die we beleven goed is en zelfs heilig is, maar aan de andere kant zijn veel van ons ook in een kerk opgegroeid waar homoseksualiteit een taboe was of in sterke bewoordingen werd veroordeeld. Hoe ga je om met dat spanningsveld? Dan is de leiding van de Heilige Geest cruciaal. De Heilige Geest wil ons leiden naar alle vrijheid toe. We moeten onszelf dus niet een slavenjuk laten opleggen (Galaten 5:1-2). Het is de Geest die ons leidt naar de waarheid toe, zoals we in Johannes 16 lezen. We mogen onszelf daarom telkens inprenten dat dat Heilige Geest door ons heen werkt! Gods Geest wil door ons als queer mensen heen spreken. Dat vraagt van ons dat we tijd doorbrengen in gebed om dicht bij God te blijven. Het getuigenis wat de Geest door ons heen geeft is belangrijk en mogen we niet zomaar aan de kant schuiven. En dat getuigenis is dat onze liefde goed en heilig is!
Het leven in volheid
De kerkvader Ireneaus heeft gezegd: “The glory of God are humans fully alive.” Ik volg een retraîte in een klooster als ik deze woorden volledig tot me door laat dringen. Ik mediteer er over en adem in en adem uit op deze woorden. Het zijn woorden die mijn ziel raken: God wil dat ik lééf: volledig leef! Alles in mij moet leven: mijn hele queer zijn hoort daar ook bij. Want op die manier kan ik God eren en wordt Gods glorie zichtbaar in mij. Niet desondanks, maar juist ín mijn seksuele geaardheid. Als ik die laat zien, wordt de glorie van God zichtbaar in mij. Dan ben ik écht aan het leven.
Ballingschap
Volmondig ja: leven in volheid. Maar aan de andere kant worden we als holebi’s ook ferm geconfronteerd met een wereld die lang niet altijd veilig voor ons is. Elke keer als je in het nieuws leest over weer een aanval op een homokoppel, of elke keer dat je twee keer nadenkt of je wel de hand van je geliefde op straat vast zal houden, wordt je er mee geconfronteerd dat de wereld niet op onze maat gemaakt is.
Dat betekent dat wij als holebi’s toch een fundamenteel andere ervaring van de wereld hebben dan hetero’s. We kunnen niet zo makkelijk in een bubbel leven waarin alles min of meer in orde is. Natuurlijk ontken ik niet dat er ook allerlei moeilijkheden op het pad van hetero’s kunnen komen, en dat velen van hen te maken hebben met racisme of bijvoorbeeld discriminatie vanwege een handicap. Dan geldt ook voor hen dat zij opbotsen tegen de wereld die niet is zoals God de wereld bedoeld heeft.
Deze ervaringen die we hebben raken ook onze manier van geloofsbeleving. We kunnen deze ervaringen aanduiden met de term ‘ballingschap’. Zoals de brief van Petrus het zegt: ‘we leven ver van huis, als vreemdelingen in deze wereld’. Dat is voor ons als queer misschien makkelijker te voelen dan voor hetero’s. Soms zijn we in de rouw, soms klagen we onze wanhoop aan bij God. Ook op deze manier kan onze geloofsbeleving verschillen. Dit is niet makkelijk, maar God kan ons hierdoor wel een roeping geven om te strijden tegen onrecht.
Leven met God
Als queer kind van God is het dus belangrijk om af en toe stil te staan bij jouw geloofsleven en hoe God jou op een heel specifieke manier wil helpen om de liefde van God verder te brengen. We mogen erop vertrouwen dat de Heilige Geest in ons werkt en ons vrijheid geeft om onze heilige liefde te beleven.
Comments