Jacob Diederiks.
“Waar wolken, lucht en winden wijst spoor en loop en baan”.
Deze versregel uit het oude ‘Liedboek voor de kerken’ geeft goed aan hoe mijn leven, als homo met vrouw en kinderen, is verlopen: bewolkt, vol vertwijfeling, maar hoe ik uiteindelijk de innerlijke rust - het goede spoor - gevonden heb. Door mijn gevoelens niet meer binnen te houden, maar door open te zijn naar een ieder die ik ontmoet. Onze vakantie op het prachtige Terschelling heeft daar zeker aan bijgedragen. Wáár we ook wandelden of fietsten, overal wapperde de regenboogvlag. Aan de meeste hotels, restaurants, strandpaviljoens, campings, vakantieparken, winkels en zelfs op de boot riepen de vlaggen je luidkeels toe: ‘Wie of wat je ook bent, wees welkom op ons mooie eiland!’
We arriveerden op de dag dat o.a. de Stentor en het AD een interview plaatsten n.a.v. mijn boek “Oudroze”. Talloze mensen lazen het. Het leidde tot veel reacties, overwegend positief, maar ook tot twee onbeschaamde uitnodigingen tot seks. En van een jonge vader uit een traditionele kerk, die mij om raad vroeg en van een zeventigplusser, die me op Messenger herhaaldelijk lastig viel en duidelijk uit was op meer. Ik blokte hem. Mijn wachtwoord op Facebook moest ik wijzigen, omdat een onbekende (hij?) had getracht toegang te krijgen. Het schijnt erbij te horen zodra je in de publiciteit belandt. Ik ben nu extra alert geworden, maar ben bovenal blij met al het positieve. Zo ontving ik tijdens de vakantie bericht van de Landelijke Bibliotheek, dat mijn verhaal is goedgekeurd voor de plaatselijke bibliotheken. En eenmaal thuisgekomen stond er op de voicemail een hoopvolle reactie van de KRO-NCRV.
Op Terschelling kreeg ik een compliment van een knappe, vriendelijke student, die in het weekend wat bijverdient in de Coöp in Midsland. Hij gaf me een schone winkelwagen. ‘Wat een prachtige kleur trui draagt u!’ Het was vroeg in de ochtend en nog fris. Ik had daarom mijn paarse trui aangetrokken. ‘Dank je! Ja, mooi hé? Past goed bij al die vlaggen hier. Heb je trouwens het AD al gelezen?’ Hij keek me verbaasd aan. Nee, dat had hij nog niet gedaan. We raakten aan de praat. Het kwartje viel. Hij begon over het homofobe Hongarije en zei blij te zijn dat we in een vrij land mogen wonen. We. De volgende klant diende zich aan en met hartelijk ‘bedankt’ ging ik de winkel binnen. Het beeld van de jongeman bleef nog lang hangen en kan ik zo terugroepen.
Twee dagen later botste ik met mijn kar bijna tegen een haastige man aan. Hij was langer dan ik, ruim twee meter. Man? In een flits zag ik dat zijn lippen rood geverfd waren en dat hij grote oorbellen droeg. Maar die ogen... Die straalden geen zachtheid uit, maar vurigheid. Of ze wilden zeggen: ‘Wáág het niet een opmerking te maken. Anders ram ik mijn kar tegen je aan!’ Ik raakte verward. Ook andere klanten staarden de vrouw verbaasd aan of keken haar na. Ineens had ik met haar te doen. Ze zal vast veel beledigende opmerkingen over zich heen hebben gekregen of nog erger... Zou ik… Misschien kwam ik haar zo nog tegen bij de kassa, maar vijf minuten later bleek ze al te zijn verdwenen.
Homo zijn is niet altijd eenvoudig, maar dit... Van mij zeggen sommigen dat ik moedig was om na mijn zeventigste nog uit de kast te komen en daar over te schrijven. Maar voor deze trans vrouw heb ik een enorm respect gekregen. Daar is heldenmoed voor nodig. Toch denk ik, door de felle manier waarop ze keek, dat ze er nog niet helemaal is. Dat ze zich nog niet happy voelt in het publieke domein. Ik gun het haar zó, dat ze kan zijn zoals ze zich voelt. Een vrouw. Gewoon. En dat anderen het accepteren. Gewoon. De regenboogvlag wappert ook voor haar!
Comments