Remy Jacobs.
In de bijbel, in het eerste boek,
vraagt Jahweh aan Adam:
Mens, waar ben je?
Deze vraag is een universele vraag.
Het gaat in dit verhaal niet om zomaar iets.
Volgens Martin Buber, een Joodse levenskenner,
gaat het in dit verhaal om de unieke plaats
van iedere menselijke persoon in tijd en ruimte.
Iedereen heeft iets bij te dragen.
Maar de vraag is: Waar ben je?
Waar ben je in jezelf, in je hart? Bij wie?
Voel je je thuis bij jezelf en durf je te groeien,
Ook wanneer het soms tijd, inspanning, onrust,
onmacht en veel vragen kost?
Als je een plaats hebt, een plek om thuis te zijn,
dan kun je groeien en tot rijpheid komen.
Sommige mensen voelen zich nooit thuis.
Niet in hun gezin, niet in hun vel, niet in hun gedachten,
niet bij vrienden of familie, niet in hun kerk, zelfs niet bij God.
Als LHBTI'er kun je je soms ontheemd en thuisloos voelen.
Je hebt geen eigen plek. Soms word je in een onvrijwillige
ballingschap gestopt of gebracht door mensen
die met jou niks aankunnen, voor wie je niemand bent.
Soms ben je bang om jezelf aan te nemen, je plek in te nemen,
soms zijn het de anderen die bang zijn. Bang om jouw plek te erkennen,
de unieke plek die je door je geboorte inneemt en in mag nemen
in het universum, op de aarde, tussen de mensen, in Gods Koninkrijk.
Soms is het onze angst die ons verhindert om de plek in te nemen.
De angst om te zijn wie we mogen zijn.
De angst voor de blik van anderen.
De angst voor de blik van ouders, de blik van leraren, medeleerlingen.
De angst voor de blik van dominees en pastoors, van Jezus, van God.
In de bijbel heet die angst: schaamte. Schaamte voor wie je bent en wat je doet.
En Jahweh zegt tot ieder mens: kom tevoorschijn! Laat je zien!
Verhul je gelaat niet achter struiken van angst, eenzaamheid en schaamte:
Jahweh wil wandelen met iedere mens: wie je ook bent en hoe dan ook.
Wanneer er iets te helen valt, dan wil Jahweh helen,
Wanneer er te strijden valt, dan strijd Jahweh voor jou,
Wanneer er te profeteren is, de waarheid gezegd moet worden,
dan geeft de heilige Geest de woorden die nodig zijn.
Wanneer er iets te vieren is, dan viert de Heer al mee,
Wanneer er iets te lijden is, dan gaat Jezus je voor.
Wanneer iets is als de hel, donker en pijnlijk, dan is Jezus daar,
- Moest ik gaan door het dal van doodse duisternis, ik vrees geen onheil, want gij zijt bij mij. –
Wanneer wij geloven en uitkomen,
wanneer wij luisteren en gehoor geven,
wanneer wij onze schaamte afleggen,
angst, trots en pijnlijke eenzaamheid afleggen,
dan is daar een heerlijk land, de tranen afgedroogd,
terugkeer naar huis, een Liefde die je opwacht, uitkijkt,
je bekleedt met een mantel van warmte,
je omringt met een krans van licht,
je een ring aan je vinger doet,
de verlorenheid niet aanrekent,
maar je schoenen aandoet om te lopen:
Jezus zegt: Sta op, vrees niet:
recht voor God te staan en te kunnen zeggen:
Hier ben ik, zend mij
Comments