top of page

Van afwijzing naar aanvaarding

Jessah Groenink.

Van elke afwijzing mag ik leren om te zien dat Jezus ook werd afgewezen. In de ontmoeting met mijn naaste mag ik leren van Jezus dat ik de ander mag zien door de ogen van Hem.


In het leven van Jozef, te midden van zijn broers, is de afwijzing naar Jozef haast voelbaar. Als je zelf ook afgewezen bent of nog steeds wordt in je leven, dan weet je wat afwijzing met je doet. Het zet gevoelsmatig een streep door je leven. Je krijgt de indruk dat je er niet mag zijn omdat de ander niet kan meegaan in jouw pijn. De onnoemelijke strijd die je hebt gestreden totdat je (eindelijk) wist wie je bent, en de pijn (en schade) die dat heeft opgeleverd beperkt zich voor de ander slechts tot een strijd van mening.


Jozef, hij kreeg van zijn vader Jacob een prachtige mantel. Je zou zeggen: niet echt handig van die vader tegenover Jozef zijn andere broers. Daarmee geef je hem al een andere positie. En dan de dromen die God aan Jozef gaf. Daarin zag je al dat God een plan had voor zijn leven. Maar de broers konden Jozef niet uitstaan en daarom bedachten ze een plan. Ze gooiden Jozef uiteindelijk in de put nadat ze eigenlijk van plan waren om hem te doden.


Afwijzing kan zo diepgaan dat je het tot een dieptepunt als van een put ervaren kan. ‘Waar kan ik met die gevoelens heen? En, wat is er in het leven, wat mij uit dit dieptepunt kan trekken?’


Voor Jozef hield het bij de put niet op. Ze haalden hem eruit. Wat moet dat voor een gevoelens opgeroepen hebben voor hem op dat moment? Hadden de broers zich dan bedacht? Waren ze tot inzicht gekomen waar ze mee bezig waren? Nee, de hoop die Jozef misschien even voelde, was gauw vervlogen. De afstand ten opzichte van zijn broers was nu definitief. Hij werd verkocht aan een karavaan. Afwijzing! Opnieuw voelbaar tot tranen geroerd zou je kunnen zeggen. Hier konden de broers toch niet mee wegkomen? Laat staan: mee thuiskomen?


Maar God had een plan voor Jozef zijn leven en dat plan hield niet op toen hij zojuist door zijn broers aan de karavaan was verkocht. Integendeel, want God hield van Jozef. Je zou ook kunnen zeggen: Jozef was afgewezen maar bovenal in de tegenwoordigheid van God die hem verder stap voor stap leidde. Ondanks dat hij geen familie meer om zich heen had, was God dichtbij. Zelfs nadat hij onterecht in de gevangenis was gezet in Egypte, zorgde God voor hem. Daar waar zijn broers hem niet nodig hadden, kon God Jozef gebruiken.


Als afwijzing mijn leven tekent, dan raakt mij dat elke keer weer. Daarom raakt mij het leven van Jozef uit de Bijbel mij ook altijd weer. Maar God wil jou en mij leren dat het verwijst naar Jezus. Dat we in de afwijzing niet worden gezien in wie we zijn. En Jezus zagen ze liever ook gaan dan komen. Hij werd ook afgewezen.


Jozef nam geen wraak toen de broers hem uiteindelijk weer ontmoetten toen er hongersnood was. God had hem o.a. gezegend met wijsheid zodat er voldoende koren opgeslagen lag in Egypte. Gezegend ook met liefde. Liefde voor zijn familie. En zo met die liefde ontmoette hij zijn broers en later ook zijn vader en broer Benjamin. En mede daardoor kwam het goed. Zo werden ze verenigd met elkaar als gezin, daar waar vader Jacob al die tijd leefde met de gedachte dat Jozef dood was.


Als wij ons in de put voelen zitten, mogen we weten en erop vertrouwen dat God ons helpen zal. Hij houdt van ons en laat Zijn overwinning en aanvaarding door Jezus zegevieren, altijd.

 

*Afwijzing *Familie *Jozef *Jezus *Liefde

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


Commenting has been turned off.
Vind je een reactie ongepast?
Meld het!
Vind je een reactie ongepast?
 
Meld het!
samen zijn wijdekerk
bottom of page