Miranda Terpstra, interview met Arjanne Burger.
Ik ben benieuwd wie God voor jou is en hoe het geloof plek krijgt binnen jouw relatie en liefde met je vriendin?
Vroeger zou ik gezegd hebben dat God mijn ‘alles’ is. De adem in mijn longen. De bron van mijn leven. De laatste tijd ben ik zoekend naar wie God is. Er zijn bepaalde facetten die ik zeker weet, namelijk, dat hij goed is en de bron van liefde. Maar hoe hij werkzaam is in deze wereld, wat zijn invloed nu wel of niet is, dat weet ik niet zo goed. Naast dat ik op zoek ben naar hoe en wie hij is, heb ik een zoektocht binnen de theorie van de theologie. Ik begin steeds meer vragen te krijgen. En de pasklare antwoorden leg ik eerder naast me neer. Wat klopt er van wat ik ooit leerde? Er is veel omver gevallen. Dat begon vooral nadat ik ziek ben geweest en ik niet meer wist wat realistisch was. Toen kwam ik erachter dat je jezelf veel wijs kon maken wat niet waar was, maar daar toch heilig in kon geloven. Vervolgens begon mijn zoektocht naar de leer over homoseksualiteit. En nu kan ik wel zeggen dat er al heel wat dominosteentjes zijn omgevallen.
Toch ben ik niet zonder hoop. Juist nu heb ik hoop. Ik geloof dat God in mij woont. Dat ik Hem niet hoef te zoeken in boeken, of ver weg. Maar gewoon heel dichtbij, in mijn hart. Want in Hem is mijn bestaan. Binnen onze relatie zijn wij beide zoekend. We luisteren veel dezelfde preken en studies. Geen standaard preken, maar kritische en tegelijk opbouwende woorden van predikanten die vaak een andere kijk hebben op de zaken. Dat is erg verwarrend en leerzaam tegelijk. Maar we voelen beiden vaak, ‘ja, dít is wat resoneert in ons hart en heeft uitwerking op ons leven’. Dan maken die vragen niet zoveel uit, maar kijken we naar de uitwerking.
We vinden het moeilijk om de bijbel te lezen. Met name omdat we het nog met een religieuze bril lezen en niet altijd weten wat we ermee kunnen of hoeven te doen. Ons helpt het om te weten dat God niet anders verlangt dan dat we met hem wandelen in oprechtheid, recht doen en lief hebben.
En wie denk jij dat jij bent voor God?
Ik geloof dat ik zijn dochter ben. Geliefd en door hem gewild. Ook toen ik jong was. Vanaf het begin van mijn bestaan. Dat voelen is niet altijd aanwezig. Maar dat weten wel. Dat heeft hij duidelijk laten zien en bewezen toen Jezus stierf en weer opstond uit de dood. In Jezus verrijzenis, was mijn verrijzenis. Daar ben ik dankbaar voor.
Uit welke geloofsachtergrond kom je en welke invloed heeft dit op jou , of op jou gehad?
De opvoeding die ik kreeg was reformatorisch. Ik groeide op binnen de Gereformeerde Gemeenten en de Christelijk Gereformeerde kerk, 'bewaar het pand'. Bij de Ger. Gem voelde ik mij toen des tijds thuis. Dat was in mijn puberteit.
Al jong had ik een relatie met Jezus. Later ben ik evangelisch geworden, omdat ik andere overtuigingen kreeg die meer pasten bij het denkgoed binnen deze gemeenschap. De invloed is reuze geweest. Niet alleen positief. Ik ben dankbaar voor het geloof in God, waarover ik leerde. Maar mijn Godsbeeld is lang een angstverhouding geweest. Bang dat hij boos was, bang dat ik gestraft werd en bang dat ik het niet goed genoeg deed. Dat laat ik steeds meer achter mij. Ik weet dat er geen vijandschap is. Het is goed. Het is oké. Want Hij is goed en Hij heeft geen vijanden. Mocht God toch vijanden hebben dan heeft hij ook hen lief. Zoals hij ook van ons heeft gevraagd. En zoals we van Hem mogen leren. Dat geeft liefde in mijn hart voor ieder mens.
Ik heb begrepen dat je ook met bevrijdingspastoraat te maken hebt gehad? Binnen welke denominatie was dit?
Ik heb inderdaad te maken gehad met bevrijdingspastoraat. Dit was binnen de evangelische beweging. Onder andere om van mijn homoseksualiteit af te komen, ja. Dat was een intiem proces waarin de bedoeling was, dat je alles wat je ooit had gedaan prijs gaf op papier. Dat heb ik toen ook gedaan, maar zonder resultaat. De bedoeling daarna was dat ik ook de relatie zou verbreken met de persoon op wie ik verliefd was. Hier ben ik toen tegen in gegaan en niet meer terug gekomen op gesprek. Met name omdat ik dacht. Uitwendig kan ik alles wegdoen uit mijn leven, maar als mijn hart niet veranderd is het een terugkerend iets. Dan heeft het ook geen zin. Én blijft dat gaande.
Mijn gedachte was: Het gaat juist om mijn hart. En veranderd mijn hart niet dan is het een hopeloze strijd. Er werd bijvoorbeeld verteld dat de onreine geest uit zou gaan, dat ik zou kunnen genezen. En dat zou gepaard gaan met boeren, zoals dat ook bij anderen ging. En zo werden er voorbeelden genoemd van mensen die waren genezen. Dat gaf hoop. Ik was kwetsbaar in die tijd, beïnvloedbaar en ik geloofde heilig in het gebed. Tijdens de sessies werd er gebeden met handoplegging en in tongen gesproken en alle bindingen uit het voorgeslacht waarover ik wist, werden beleden en doorgebroken. Ook mijn persoonlijke zonden. Het behoorde bij het gebedspastoraat van de kerkelijke gemeente waar ik kwam.
Toch is mijn geaardheid niet veranderd. En nu, vandaag de dag is dat prima voor mij. Ik ben gelukkig. Het leven alleen kon ik niet verder leven. Toen ik dat heel diep besefte ben ik gaan bidden om een vrouw voor mijn leven. Die heb ik gekregen. We hadden wat opstartproblemen, maar zijn inmiddels geregistreerd partner en dolgelukkig. Hoe ik terugkijk op het bevrijdingspastoraat? Ik weet niet zo goed wat ik er over moet zeggen. Ik vind het lastig. Zelfs een beetje manipulerend en valse hoop gevend. Want de schuld ligt volgens hen bij onbeleden zonden en bij een verkeerd geloof. En ik zelf zit met de gebakken peren. Maar ook met hoop op verandering, en het verlangen daarnaar. Want als ik een ding wilde was dat veranderen. Gelukkig kan ik vandaag de dag zijn wie ben, zonder schaamte.
Gedragscode pastoraat richting LHBT+
Je vraagt me wat ik vind van een mogelijke gedragscode pastoraat richting LHBT+. Dat lijkt me in sommige situaties heel wijs en verstandig. Vooral binnen die gemeenschappen die willen dat mensen veranderen van homo naar hetero. Of willen dat je met je eigen geaardheid breekt. Wat worden er flaters geslagen op dit gebied en wordt er schade aangericht. De mens wordt lang niet altijd gezien. Maar er worden wetten en regels opgedrongen, vaak door de mensen die er zelf niks mee van doen hebben.
Ik vind het heftig en ook liefdeloos. Mogelijk zullen zij dat zelf ontkennen, omdat ze in hun gedachtegoed juist ‘opkomen voor God’ en je in liefde terecht willen wijzen. Zelf denk ik daar anders over. Liefde is niet perse terechtwijzen, maar dat is ‘er zijn’.
Wat zou je mensen willen zeggen die in een geloofsachtergrond opgroeien waar wordt aangespoord je te bevrijden van homoseksuele gevoelens of van je geaardheid?
Ik vind het heftig voor je dat dit nog steeds gebeurt. Dat anderen vinden dat een deel van wie je bent moet veranderen. Ik hoop dat je steeds meer gaat ontdekken wie je al bent. Gemaakt, gewild en oneindig geliefd door je hemelse Vader. We zijn als mensen allemaal gelijk, niet meer of minder dan elkaar, niet meer of minder geliefd of goed. We hebben allemaal onze worstelingen en gaven, en zijn allemaal afhankelijk van God. Dat is geen gevoel, maar een feit. We leven allemaal van genade en liefde. De een niet meer of minder dan de ander. Dus ben je een mens.
Je bent voor 100% welkom bij God die jou geweven heeft in de schoot van je moeder. Ben je gebroken, gepijnigd en vermoeid? Je bent welkom bij Hem die zegt: Mijn last is licht en juk is zacht. Welkom! Ben je hetero of homo of ergens er tussen in? ‘Welkom’ zegt God. ‘Ik wil een maaltijd met je eten. Hoor je Mijn geklop op de deur van je hart? Laat je mij binnen? Het feest kan dan beginnen. Je bent mijn zoon. Je bent mijn dochter.’
Wat wil je zelf nog kwijt aan onze lezers?
Wat mij trof toen ik geen kerkelijk zegen kon ontvangen over mijn relatie, was deze treffende zin. “Waar liefde woont, gebied de Heer Zijn zegen."
We zijn niet afhankelijk van de zegen van een mens. We zijn afhankelijk van de God die ons zegent en ons in Jezus al gezegend heeft.
Comentários